WAT IS KOKOS?
Kokos als substraat is afkomstig van de schil, vaak aangeduid met de Engelse term ‘husk’. In landen als India en Sri Lanka dient de vezel uit de schil voor verschillende doeleinden, zoals matras- en autostoelvulling, matten en bezems.
Tijdens het proces van ontvezeling van de husk blijft het materiaal over dat zich tussen de vezels bevindt. Dit materiaal is fijn van structuur. De industrie duidt het aan als kokosgruis of soms kokospeat. Het is dus een bijproduct uit de vezelindustrie. Kokossubstraat is grover van structuur als de hele schil wordt gebruikt.
Dit gebeurt op plaatsen waar geen of een beperkte vezelindustrie is. De complete husk (inclusief vezels) wordt versneden of vermalen en gezeefd tot het gewenste formaat. Kokos komt ook voor in potgrondsubstraten. Vaak zijn dit de korte vezels uit de vezelindustrie.
VOORDELEN VAN KOKOS
- Ondanks de fijne structuur heeft kokos een hoog luchtgehalte (kokosgruis tot 25%, kokosbrokjes tot 35%).
- In tegenstelling tot de meeste veenproducten kan kokos zelfs in zeer droge toestand snel water opnemen.
- Door de fijne structuur is kokos uitstekend verwerkbaar in geavanceerde oppotsystemen.
- Kokos is erg stabiel. Het is ten minste twee jaar bruikbaar als substraat zonder verlies aan gunstige fysische eigenschappen.
- Kokos is erg goed stoombaar zonder verlies aan fysische kwaliteit.
- De grondstof van het substraat is een restproduct uit de kokosindustrie, dat overblijft na de winning van het vruchtvlees of de vezels.